Met steun van limburg.be Werkgroep Ongewervelden LIKONA - welkom
werkgroep ongewervelden
Homepage
Who are we?
Research / onderzoek
Reports / publications
documentatiecentrum
Agenda
Contact us!
calls for participation/meedoen?
Forum ongewervelden
Entomological_links
soortenlijsten
Mieren/Ants F. Vankerkhoven
kevers
wespen en bijen
 
Tips voor insectenvriendelijke tuinen.

Werkgroep Ongewervelden is een onderdeel van LIKONA (Limburgse Koepel Natuurstudies), Provincie Limburg (Vlaanderen, België)

Go to Likona


Bryolim, Likona werkgroep mossen.

Formicidae, Likona werkgroep mieren.b
Mycolim, Likona werkgroep paddestoelen.
 
werkgroep ongewervelden
Contact webdesign
 
     

>> keer terug naar de homepage

Opvallende snuiters: Apion longirostre.

31-V tot 21-XI-2005
Apion (Rhopalapion) longirostre OLIVIER, 1807 werd in 2003 voor de eerste keer in Vlaanderen gemeld (Verbeelen F., 2003 - Entomo-Info, KVVE). In 2004 volgde de eerste waarneming voor Limburg. Deze Limburgse waarneming kon in 2005 herbevestigd worden met de vondst van meerdere longirostre's op bloemknoppen van Stokroos. Longirostre behoort tot de familie van de Apionidae en is strikt aan Stokroos gebonden. Vooral de vrouwtjes zijn spectaculair. De licht gekromde snuit is net zo lang als het lichaam. In vergelijking met andere Apion soorten heeft ook het mannetje een onmiskenbaar lange snuit.

-> De Stokroossnuitkever is een inwijkeling en kent een expansieve verspreiding doorheen Europa. Frankrijk meldde de soort voor de eerste maal in 1983. Nederland signaleerde het dier in 1993. Polen volgde in 2002. Het oorspronkelijk verspreidingsgebied situeert zich in het zuidelijke deel van Midden en Centraal Zuid-Europa en in Voor- en Centraal-Azië. Maar op nauwelijks 20 jaar tijd kon het dier zich over geheel Midden-Europa verspreiden. Mogelijke factoren die de verspreiding in de hand hebben gewerkt, zijn de handel in sierplanten en zaden.

Waar leven stokroossnuitkevers? De snuitkever stelt geen bijzondere eisen. Als de waardplant aanwezig is, wordt de soort gemakkelijk aangetroffen. Zeker wanneer de Stokrozen jaren na mekaar in een tuin aanwezig zijn, vergroot dit de kans op Stokroossnuitkevers. In dezelfde tuin als de Limburgse eerstwaarneming (2004), werd het dier ook dit jaar aangetroffen. Het aantal Stokrozen is hier tot een 8-tal planten beperkt. Elk van deze planten had één tot meerdere koppeltjes longirostre.

Mogelijk is deze kever inmiddels één van de meest voorkomende Apion's uit onze (tuin)fauna? Stokrozen zijn een populaire tuinplant. Aan waardplanten kan het niet ontbreken. Er is bovendien niets geweten over de inwijking van de natuurlijke vijanden van de Stokroossnuitkever. Als deze niet gelijke tred houden, kan longirostre zich bijna ongebreideld vermenigvuldigen.

•• Onze stelling: "Elke tuin waar Stokrozen jaarlijks worden aangeplant, komen Stokroossnuitkevers voor.". Maar klopt dit ook? Wij zijn eigenlijk vrij nieuwsgierig om te weten of deze kever een ruime verspreiding kent. Het dier is bovendien zeer gemakkelijk te vinden en te herkennen.

-> De Stokroossnuitkever meet slechts 2,5 millimeter. Toch is de kever gemakkelijk te vinden. Het diertje heeft een grijze schijn, de poten zijn oranje tot geel en de kevers hebben een bijzonder lange snuit. De snuit van het vrouwtje heeft zelfs de lengte van het lichaam! Ze zitten uitsluitend op hun voedselplant.

Foto: Louis-Philippe Arnhem

Zoeken naar Stokroossnuitkevers duurt nog geen minuut! Om de Stokroossnuitkever te vinden, zijn geen bijzondere inspanningen nodig. Kijk in je eigen tuin, de tuin van een buur, familie of vriend. Er moeten Stokrozen aanwezig zijn! Ze zitten vooral rond de bloemen of bij de zaadknoppen. De Stokroossnuitkevers zie je zeer gemakkelijk op de bloemstengels rond de knoppen. Koppeltjes paren voornamelijk op de nog niet geopende bloemknoppen.

Wat doe je als je een Stokroossnuitkever ziet? Je mag de plaatsgegevens aan ons doorgeven. Als je het km-hok van de vindplaats kent, is dat uitstekend. Maar straat en huisnummer volstaat ook. Geef dan meteen even door hoeveel kevers je gevonden hebt. De kevers kan je ook inzamelen. Met een leeg potje voor fotofilms gaat dat goed. Als je ons dan een signaal geeft, komen wij de diertjes ophalen.

>> Waarnemingen kan men melden aan : werkgroep@ongewervelden.be
>> De kevers kunnen ook worden binnengebracht op het Groene Huis in Bokrijk. Ter attentie van LIKONA, werkgroep ongewervelden.

Wat noteert u zeker? 1. datum, 2. gemeente, 3. straatnaam en huisnummer (of km-hok) en 4. aantal kevers.

Onderstaande kaart toont het resultaat van de waarnemingen uit 2005.
Zonder jullie hulp was dit nooit mogelijk geweest.



Verspreidingskaart van A. longoristre in Vlaanderen op basis van de laatst verwerkte gegevens (17-xi-2005).
De blauwe cirkel geeft de eerstwaarneming aan voor Vlaanderen. Het blauwe stipje toont de Limburgse eerst-
waarneming. Beide blauwe stippen waren tot voor de inventaris (mei 2005) de enig bekende locaties voor de soort.

Van wie zijn de km-hokjes? Waarnemingen van: Louis-Philippe Arnhem (Heverlee), Michel Asperges (Ezemaal), Bart Bosmans (Genk), Jos Bruers (Antwerpen), Lisette Coenen (Hasselt), Luc Crevecoeur (Genk), Jaak Evens (Peer), Annita Gijbels (Hoeselt), David Muls (Elewijt), Jorgen Ravoet (Zemst), Eugène Stassen (Millen), Geert Sterckx (Kessel-Lo), Leo Thomassen (Sint-truiden), Carlos Van De Ginste (Vichte), André Vandesande (Herk-de-Stad), Francis Verbeelen (eerstwaarneming, Antwerpen) en Bart Vercoutere (Leuven).
Hebben gezocht, maar Stokroossnuitkeverloos gebleven: Koen Berwaerts (Heverlee), Mady Buntinx (Genk), Jos Cuppens (Boutersem), David Pollet (Ledegem), Paula Ulenaers (Beringen), Willy Vandemaele (Deerlijk)

•• Onze stelling? "Elke tuin met Stokroos zijn Stokroossnuitkevers?" Een voorlopig overzicht. In het totaal hebben 23 personen aan de inventaris meegedaan. Hiervan zijn slechts 6 waarnemers 'Stokroossnuitkeverloos' gebleven. De oproep heeft 26 nieuwe kilometerhokken opgeleverd. Dat is een knap resultaat. Er zijn uiteraard meer waarnemingen doorgegeven. Deze bevonden zich vaak in hetzelfde kilometerhok als een andere waarneming. De kever blijkt talrijk voor te komen in tuinen die dicht bij mekaar liggen.

Dit versterkt ons vermoeden dat het dier een ruime verspreiding kent. Toch worden niet alle Stokrozen door de Stokroossnuitkever bezocht. Zes waarnemers hebben hun zoektocht negatief moeten afsluiten. Ondanks zijn ruime verspreiding, is het dier dan toch (nog) niet algemeen te noemen voor de Vlaamse tuinen. Aan zijn voortplantingsvermogen zal het niet liggen. Er werden waarnemingen doorgegeven van 100 diertjes voor slechts enkele Stokroosplanten.

De kever kent een actief kolonisatievermogen. Maar om in Vlaanderen dermate verspreid voor te komen, is de periode tussen 2003 en 2005 toch vrij kort. Dit volgt de idee dat Apion longirostre al een sterke vestiging kende, maar vrij lang 'onontdekt' is gebleven. Reden? Tuinen worden vrij weinig systematisch onderzocht. Voor conclusies is het nog vroeg. Er zijn provincies ondervertegenwoordigd en 26 nieuwe hokken is echter te mager om verspreidingspatronen uit af te leiden. Volgend jaar beter?

Apion longirostre, or Hollyhock Weevil, is an invasive species that has succeeded in colonising large parts of Europe within in a short period of time. This tiny Apion can be mainly found in gardens. It feeding relation is strictly connected to Hollyhock. First observations for Belgium were made in 2003 (Antwerp, Verbeelen Francis, KVVE). For the province of Limburg, this species has been found in 2004 and again in 2005 in the same garden plot. Because the species is easy to recognise and to find, we posted a call for observations.

Wie meer wil lezen over de Europese avonturen van de Stokroossnuitkever, kan op de onderstaande website's terecht:

>> L'Apion des Roses Trémières.
>> First evidence of Rhopalapion longirostre in Poland.
>> Rhopalapion longirostre: Anmerkungen zur Biologie und Ausbreitung in Deutschland.

>> keer terug naar de homepage